Naar de oogarts (specialist)
(Wat doet de orthoptist)
Het overkomt ons allemaal wel eens: Plots lijken de ondertitels op de tv ’s avonds wat te dansen, of moet je met je ogen een paar keer knipperen om de dame met de rode jurk even verderop scherp te kunnen zien. Een goede nachtrust of een nieuwe bril of lenzen kunnen wonderen verrichten in de meeste gevallen. Maar wat als de lettertjes troebel blijven en je meer en meer vlekken in plaats van duidelijke vormen ziet? Dan ga je naar de oogspecialist die in heel wat situaties gelukkig een oplossing biedt door het voorschrijven van een nieuwe bril of medicatie, of misschien zelfs een operatie voorstelt zodat je weer goed of beter kan zien. Voor velen zijn de ogen zo vanzelfsprekend dat ze er niet over nadenken om regelmatig een oogonderzoek te laten uitvoeren. “Ja, ik heb het te druk, het komt wel goed.
Toch kan het zijn dat de oogarts niet minder goed nieuws heeft en jouw zicht misschien wel voor altijd slecht blijft, of achteruit zal blijven gaan tot het licht voorgoed uit gaat. Ook kan je plots door een ongeval, operatie of ziekte blind of slechtziend worden. Een verminderd gezichtsveld hoef je zelf in beginsel niet te merken, omdat het lichaam zich daar automatisch op aanpast. Een specialist geeft advies over de beste tijdsinterval voor de volgende controle; bij sommige personen kan een oogonderzoek namelijk best vaker gebeuren (in geval van erfelijkheid).
De ooggezondheid is erg belangrijk, ook omdat het naast de oogsituatie zelf andere lichamelijke issues kan aantonen, zoals diabetes. Een uitgebreid onderzoek kan immers niet alleen het zicht corrigeren, maar ook het zicht behouden of zelfs iemands leven verlengen (oogkanker). Bij een onderzoek kijkt de specialist of de ogen nog gezond zijn en of iemand nog goed ziet. Met een goed zicht kan iemand beter en veiliger leven en werken, hetgeen de kwaliteit van leven aanzienlijk verhoogt.
Waarom gaan kinderen naar de oogspecialist
Een goede ooggezondheid is uiteraard voor mensen van alle leeftijden belangrijk. Kinderen en jongeren gebruiken hun ogen voor het leerproces en eventuele zichtproblemen beïnvloeden vaak schoolprestaties en andere activiteiten. Zo heeft maar liefst 25% van alle kinderen tussen vijf en twaalf jaar een oogprobleem dat niet vastgesteld is. Kinderen weten vaak niet dat ze slecht zien, waardoor problemen veel moeilijker te ontdekken zijn. Daarom is een oogcontrole bij een kind vanaf de leeftijd van vier jaar belangrijk. Een eerder oogonderzoek is aanbevolen bij familiale oogproblemen. Dit kan de sleutel zijn tot een goed zicht.
Redenen om een bezoek aan de oogspecialist te overwegen
– Scheel kijken
Een kind kan bijvoorbeeld “scheel” kijken, hierdoor kunnen de ogen niet goed samenwerken en moet er wat aan gedaan worden. Soms moet het goede oog afgeplakt worden zodat het slechte oog gedwongen wordt om te kijken. Als afplakken niet voldoende werkt kan het nodig zijn om een operatie aan de oogspieren uit te voeren, ter voorkoming van een lui oog.
– Rode en branderige ogen
Rode en branderige ogen kunnen ook bij kinderen voorkomen. Vaak is hier, net als bij volwassenen, sprake van een virus of allergie die goed te behandelen is.
– Familiaire oogafwijkingen
Als er in een familie oogafwijkingen voorkomen, dan kan de oogarts door middel van een fundusscopie het oog bekijken en beoordelen.
– Hoofdpijn
Ook komen er vaak kinderen met hoofdpijn bij de oogarts, dit om uit te zoeken of er een brilcorrectie nodig is.
– Andere klachten Soms zijn er ook andere klachten, bijvoorbeeld dat het kind niet goed mee kan komen op school.
(Dit artikel gaat verder onder het advertentieblok)
Waarom gaan volwassenen naar de oogspecialist
Een goed zicht is eveneens bij volwassenen belangrijk. Dit kan van primordiaal belang zijn om zelfstandig te blijven wonen en tevens daalt de kans op ongelukken met een goede ooggezondheid. Bovendien zijn volwassenen vaker slechtziend door bijvoorbeeld maculadegeneratie, diabetes en andere oogafwijkingen. Een specialist kan dit tijdig opsporen en behandelen.
Redenen om een bezoek aan de oogspecialist te overwegen
– Slechter zien
Naarmate mensen ouder worden, krijgen ze vaak allerlei kwaaltjes. Een daarvan is dat ze slechter gaan zien.
Presbyopie Wanneer iemand ouder wordt, wordt de lens groter, dikker en steeds minder elastisch. Hierdoor neemt het vermogen van de lens om boller en platter te worden af. Bij iemand van rond de 70 jaar is deze functie van de lens vaak helemaal verdwenen. Presbyopie is dus een toestand waarbij de lens niet meer van vorm kan veranderen. Mensen met presbyopie kunnen vaak dichtbij niet meer scherp zien.
– Staar (cataract)
Staar zorgt ervoor dat de lens troebel wordt, waardoor je minder licht opvangt. Dit heeft als gevolg dat je vooral in het donker minder details kunt onderscheiden. Lenstroebeling is vaak een onderdeel van het natuurlijke verouderingsproces (lees meer over de behandeling van staar).
– Maculadegeneratie
Maculadegeneratie is een aandoening van de gele vlek, het gedeelte van het netvlies dat verantwoordelijk is voor het centrale gezichtsvermogen (dat waarop je focust). 60+ers hebben de grootste kans op Maculadegeneratie. Meestal zorgt deze aandoening dat je wazig gaat zien. Het is een soort slijtage van je netvlies.
– Glaucoom
Bij Glaucoom is meestal de druk in je oog te hoog. In het oog worden vloeistoffen gevormd, en als deze niet goed worden afgevoerd ontstaat er een overdruk. Dit kan erg schadelijk zijn voor de oogzenuw, die de informatie van het netvlies naar de hersenen verstuurd. Een gevolg is vernauwing van het gezichtsveld, en stoornissen in het gezichtsvermogen. Als er glaucoom in de familie voorkomt is het altijd verstandig om de oogdruk en de oogzenuw een keer te laten beoordelen door een oogarts.
– Rode ogen
Rode ogen kan allerlei oorzaken hebben maar vaak is het iets onschuldigs, dat vanzelf weer overgaat zoals bij een gewone verkoudheid. Als de klacht echter erger of pijnlijker word is een bezoek aan uw huisarts aan te raden. Deze kan dan bekijken of een bezoek aan de oogarts noodzakelijk is.
– Traan ogen
Als ogen erg veel tranen (ze rollen letterlijk over de wangen) dan kan het traan buisje verstopt zitten. Ook kan het zijn dat de kwaliteit van de traan slecht is en direct uit het oog verdwijnt, we spreken dan van droge ogen. Dit komt vaker voor bij vrouwen van middelbare leeftijd omdat de slijmvliezen droger worden.
– Suikerziekte
Bij suikerziekte kunnen de bloedvaatjes in het oog aangetast worden, het is daarom belangrijk om dit regelmatig te laten controleren door een oogarts, de pupillen worden dan wijd gedruppeld zodat het netvlies goed bekeken kan worden.
Plotselinge verandering in het zien Ook komen mensen naar de oogarts als er plotseling een verandering in het zien door bijvoorbeeld een trauma, verdenking van netvliesloslating of doorbloedingsproblemen in het oog.
– Ook goed willen zien zonder bril of lenzen
Er bestaat een mogelijkheid om zonder bril of lenzen ook scherp te kunnen zien, het oog kan dan voorzien worden van een implantlens of het oog kan gela0serd worden. Niet iedereen kan hiervoor in aanmerking komen, een belangrijke voorwaarde is dat het oog gezond moet zijn.
Als er interesse bestaat voor een van deze methodes dan kunt u contact opnemen met poli oogheelkunde, er kan dan een afspraak worden gemaakt voor een vooronderzoek of u kunt een van onze voorlichtingsavonden bezoeken.
– Ooglid correcties
Afhangende bovenste oogleden en wallen onder de onderste oogleden worden gecorrigeerd door een teveel aan huid en onderliggende spier te verwijderen en het schijnbaar teveel aan vet te herverdelen of te verwijderen.
Het oogonderzoek
Als je besluit naar de oogspecialist te gaan, houdt er dan wel rekening mee dat het heel erg druk kan zijn, waardoor het in de wachtkamer erg druk kan zijn je dus langer moet wachten, dan je ingepland hebt. Op het moment is de trent dat de vraag naar oogzorg toeneemt, met maar een beperkt aantal oogartsen, kan het dus voorkomen, dat je lang moet wachten. Neem dan ook indien mogelijk geen kinderen mee die zelf geen afspraak hebben. Zeker voor jonge kinderen kan het erg vervelend zijn om lang te moeten wachten. Zorg er tevens voor dat er alternatief vervoer beschikbaar is na de afspraak. Door toegediende oogdruppels kan het zijn, dat je zelf niet in staat ben gedurende een paar uur te kunnen autorijden.
Als je een afspraak bij de specialist hebt, neem dan alle contactlenzen en/of brillen die je al wel hebt mee. Soms is het nodig om de bril af te zetten of de contactlenzen uit te doen bij een onderzoek om te kijken of iemand beter of slechter ziet zonder lenzen of bril. De specialist brengt fluoresceïne (kleurstof) aan in de ogen tijdens het onderzoek. Dit verkleurt de contactlenzen permanent; vandaar dat contactlenzen niet altijd in mogen blijven. Door middel van een grondig oogonderzoek zorgt de specialist nadien voor een geschikt brilrecept, als dat nodig is.
Bij een regulier oogonderzoek wordt ook de samenwerking tussen de beide ogen bekeken en zo nodig een behandelplan hiertoe voorgesteld. Bovendien gebeurt er een check-up van de algemene gezondheidstoestand van de ogen. Eventuele aanwezige (oog)aandoeningen of signalen daartoe kunnen worden vastgesteld. Om de gezondheid van de ogen min of meer te kunnen waarborgen is een oogonderzoek van eens in de twee jaar noodzakelijk. De specialist stelt een aantal vragen over jouw gezondheid, de familiegeschiedenis, eventuele oogproblemen en over de levensstijl en het werk dat iemand uitvoert. Daarna gebeurt er een uitgebreid oogonderzoek dat bestaat uit onder andere de controle van:
(Dit artikel gaat verder onder het advertentieblok)
– de oogbeweging (door de oogspieren)
De oogspiertest onderzoekt de zogenaamde oogspieren waarmee de oogbewegingen gebeuren. De specialist bekijkt hoe het oog reageert op langzame en snelle bewegingen als je een object zoals een pen of licht volgt. De specialist bestudeert zo of beide ogen goed samenwerken, en dat er geen onnodige druk ontstaat op de oogspieren. Een goede spierbalans is vooral belangrijk als je veel leest of de computer gebruikt.
– de oogdruk
Een tonometrie meet de druk in het oog. Een verhoogde oogdruk is soms een teken van glaucoom, al is een verhoogde oogdruk niet het enige symptoom van glaucoom. Er zijn verschillende manieren om de oogdruk te controleren. Met jouw kin op een kinsteun en focust naar een object waarbij dan snel wat lucht op jouw oog wordt gedrukt. Een andere methode is een handmatig onderzoek met een tonometer. De specialist gebruikt verdovende oogdruppels om de pupillen te verwijden voor het onderzoek. Deze prikken een beetje maar na enkele seconden gaat dit vanzelf over waardoor het onderzoek zelf pijnloos verloopt. Het oogdrukonderzoek vindt gewoonlijk vijf tot dertig minuten na het toedienen van de oogdruppels plaats. Met behulp van de spleetlamp beweegt de specialist de tonometer zodat deze het hoornvlies aanraakt en vervolgens de oogdruk bepaalt.
– Het voorste oogdeel, oogbindvlies, de oogleden, de hoornvlies, de iris en de lens
Een spleetlamp (speciale microscoop) verlicht het voorste gedeelte van het oog, zoals het oogbindvlies, de oogleden, het hoornvlies, de iris, en de lens. Hiervoor gebruikt de specialist bij sommigen ook de gele kleurstof fluoresceïne, wat pijnloos aan te brengen is op jouw ogen. Afwijkende resultaten van dit onderzoek wijzen mogelijk op de ontwikkeling van cataract, op littekens of krassen op het hoornvlies of op een hoornvliesaandoening.
– Het achterste oogdeel, het netvlies en oogzenuw
Voor dit onderzoek verwijdt de specialist jouw ogen door druppels (mydriatica) toe te dienen. Hierdoor is een grondige inspectie mogelijk van het netvlies en de oogzenuw, die zich achteraan in het oog bevinden. De ogen zijn daarna nog enkele uren gevoelig voor licht (fotofobie).
– De gezichtsscherpte
Dit onderdeel (letters lezen) van het oogonderzoek is de meest bekende. Tijdens het onderzoek plakt de specialist één oog tijdelijk af of houdt een hand voor één oog. De test gebeurt namelijk met één oog tegelijkertijd. Je mag hierbij jouw lenzen inhouden of bril ophouden. De specialist vraagt jouw om op afstand een gestandaardiseerde letterkaart, ook wel bekend als een Snellen-kaart op een (muur)plaat of scherm af te lezen. Normaal gezien bedraagt de afstand een paar meter. De alfabetletters op de kaart verkleinen steeds bij een volgende regel. De kleinste rij die jij kan lezen, is het gezichtsvermogen in dat oog. De test van het gezichtsvermogen op korte afstand verloopt met behulp van een letterkaart op leesafstand die vergelijkbaar is met de Snellen-kaart op afstand. Door middel van dit onderzoek bepaalt de sepcialist hoe goed het zicht is op verschillende afstanden wat handig is voor het brilrecept.
(Dit artikel gaat verder onder het advertentieblok)
Weergave gezichtsscherpte
De weergave van de gezichtsscherpte gebeurt in breukvorm. De normale gezichtsscherpte bedraagt 20/20. Die term is afgeleid uit een gestandaardiseerd formaat waarbij een persoon met een normaal gezichtsvermogen objecten kan zien op een gespecificeerde afstand. Als je bijvoorbeeld op een afstand van 20 ft (voet) een object kan waarnemen dat normaal zichtbaar is bij 20 ft, dan heb je een zicht van 20/20. Hoe groter de noemer, hoe slechter de scherpte. Als je namelijk een zicht van 20/200 hebt, dan zie je enkel voorwerpen op een afstand van 20 ft wat een persoon met een normaal gezichtsvermogen ziet op 200 ft. In Europa en Australië zijn de termen 6/6 eveneens gangbaar. Dit vertegenwoordigt de afstand in meters. Als je niet in staat bent een van de regels lezen, werkt de specialist met vingers tellen en licht waarnemen (lichtperceptie).
– Het gezichtsveld
Dit onderzoek is in grote lijnen op drie manieren mogelijk. De specialist komt dichtbij zitten, dekt vervolgens één oog af en beweegt dan zijn hand. De bewegingen worden van buiten naar binnen gemaakt, van links naar rechts en van boven naar beneden. Eerst gaan ze van links naar rechts en dan van boven naar beneden. Je dient altijd recht vooruit te blijven kijken en dan te zeggen of je de hand ziet en moet je ook vingers tellen. Daarna is het volgende oog aan de beurt. Via een handmatig gezichtsveldonderzoek zit je voor een soort bol met zijn kin op een kinsteun. Je moet je focussen op een punt in het midden van deze bol. De onderzoeker laat dan een object bewegen waarbij jij moet aangeven wanneer je dit ziet; ook hierbij is telkens een oog afgedekt. Een derde gezichtsveldonderzoek gebeurt volledig automatisch via een geautomatiseerd computerprogramma. Je drukt op een knopje zodra je het lampje ziet branden of een object ziet bewegen waarbij eveneens een oog is afgedekt. Vaak voorkomende problemen van het gezichtsveld zijn onder andere scotomen (blinde vlekken zien in het gezichtsveld) en hemianopsie (verlies van de helft van gezichtsveld).
– De pupillen
Een onderzoek van pupilfunctie omvat vooreerst een inspectie van de pupillen naar gelijke grootte (1 mm of minder normaal). Ook wordt gekeken naar de regelmatige vorm, de reactie op het licht en de pupilreflex. De specialist beoordeelt dus ook de reactie van de pupillen op licht. Hiervoor wordt de kamer (gedeeltelijk) verduisterd en schijnt de specialist met een heldere lichtstraal door de pupillen. Bij een normale pupilreactie trekt de pupil dan samen en wordt deze kleiner. Als de pupillen reageren door zich te verwijden, geeft dit veelal een onderliggend probleem aan zoals een neurologische aandoening of oogzenuwschade. Als het licht wordt verplaatst van het ene naar het andere oog, beginnen beide ogen zich te verwijden, maar vernauwen ze weer wanneer het licht het andere oog heeft bereikt.
Na het bezoek aan de oogspecialist
Soms zijn verdere onderzoeken vereist met behulp van gespecialiseerde beeldvormende technieken zoals een OCT-scan, CT-scan van de oogkas en ogen, corneatopografie of fundusfoto’s. Deze onderzoeken zijn vaak cruciaal bij het diagnosticeren van een ziekte in een vroeg stadium. De specialist vindt hiermee abnormaliteiten in de achterkant van het oog, op het oogoppervlak of in het oog.
Door de oogdruppels is het nadien niet meer mogelijk om zelfstandig naar huis te rijden met de auto. Het regelen van vervoer is daarom gewenst.
Andere aandoeningen
Een oogonderzoek vertelt uiteraard meer over de gezondheid van het oog, maar de specialist kan tevens een idee krijgen over de algemene gezondheidsstatus. Zo onthullen de ogen meer over de staat van andere lichaamsdelen. Een oogonderzoek levert soms zelfs een diagnose op van een auto-immuunziekte zoals artritis (gewrichtsontsteking) of systemische lupus erythematosus. Dit alles is mogelijk wanneer de ziekte zich nog in een vroeg stadium bevindt. Bovendien is de specialist in staat om vroege symptomen van ziektes te herkennen die effect hebben op het gezichtsvermogen, zelfs al zijn er op dat moment geen problemen met het zicht. Oogonderzoeken zijn dus erg belangrijk, en niet alleen voor de ogen zelf.
Wil je meer weten over beter kunnen zien en het bezoek aan de oogarts. Download dan de folder “Beter zien”