Blind vs. Kleuren

/ Home / Visueel beperkt / Blind vs. Kleuren

Kleuren beschrijven aan een visueel beperkt persoon

Hoe beschrijf je aan iemand die blind is wat “rood”, groen of überhaupt kleuren zijn? Lees onderstaand artikel en wie weet helpt je dit om een blind persoon haarfijn uit te leggen waarom rood rood is en niet groen.

3 Delen:

1. Andere zintuigen gebruiken om kleuren te beschrijven
2. Nummers gebruiken om kleuren te beschrijven
3. Meer te weten komen over de beperking

Mensen die niet visueel beperkt zijn, weten hoe een bepaalde kleur er uitziet, maar hoe zou je een kleur beschrijven aan een blinde? Als je eraan denkt dat zelfs ziende mensen kleuren anders gewaarworden, dan wordt deze subjectieve opdracht wel heel uitdagend. Toch kunnen veel kleuren worden geassocieerd met geuren, smaken, geluiden of gewaarwordingen. Hier volgen enkele tips om een kleur te beschrijven aan een visueel beperkt persoon.

1.0 Andere zintuigen

1.1 Gebruik aanrakingen om kleuren te beschrijven.

Laat de persoon bepaalde voorwerpen vasthouden terwijl je de kleur ervan vertelt. Je kan hiervoor voorwerpen gebruiken die bijna altijd dezelfde kleur hebben.

– Laat de persoon verschillende stukken hout vasthouden, een boomschors aanraken of aarde vasthouden en leg uit dat al deze zaken bruin zijn.
– Zeg: ‘Bruin voelt aan als de aarde of de dode delen van zaken die uit de aarde groeien.’

– Geef de persoon enkele bladeren of grassprieten en leg uit dat deze groen zijn. Groen voelt als de levende delen van planten, want als planten groen zijn, leven ze. Je kan zelfs enkele dode bladeren geven en het verschil tussen groen en bruin uitleggen.
– Zeg: ‘De zachtheid en soepelheid van de bladeren voelt aan als groen. Groen voelt aan als het leven. Maar als de bladeren kraken zoals de andere, zijn ze bruin geworden en leven ze niet meer.’

– Plaats hun handen in een kom met koud water en leg uit dat water blauw is. Zeg dat een beetje water lichtblauw is, bijna zonder kleur, en dat veel water zoals de rivieren of de oceaan, diepblauw zijn.
– Zeg: ‘Dat wat je voelt als je in het water zwemt, die koele, rustgevende natheid, dat is hoe blauw aanvoelt.’

– Leg uit dat hitte, net als vuur, een kaarsvlam of een hete stoof, rood is. Rood kan vaak worden ingebeeld als hitte of wanneer je je verbrand hebt.
– Zeg aan de persoon: ‘Als je een zonneslag hebt, dan wordt je huid rood. Als je verlegen was en bloosde, dan was de hitte op je kaken rood.’

– Leg uit dat beton, zoals op muren of voetpaden, grijs is. Metaal is ook grijs. Zeg dat grijs vaak hard aanvoelt en koel of heet kan zijn, dit is afhankelijk of de zon er op schijnt.
– Zeg: ‘Grijs is heel hard en sterk. Het voelt stevig aan als een weg onder je voet of de muur waartegen je kunt leunen, maar het leeft of groeit niet en heeft geen gevoelens.’

(Dit artikel gaat verder onder het advertentieblok)

1.2 Gebruik geuren en smaken om kleuren te gebruiken.

Bepaalde geuren en smaken kunnen zeker worden geassocieerd met kleuren.

– Leg uit dat pikant eten en de rode pepers die hiervoor worden gebruikt, vaak rood zijn. Andere rode voedingsmiddelen zijn aardbeien, frambozen en kersen. Leg uit dat deze smaken heel erg zoet zijn en dat rood er ook zo uitziet.
– Zeg: ‘Net zoals je rood kunt voelen van de hitte, kun je het ook proeven als je iets pikants eet.’

– Geef de persoon een sinaasappel en leg uit dat sinaasappels oranje zijn. Laat ze de geur en smaak ontdekken.
– Zeg: ‘Sinaasappelen worden vaak beschreven als verfrissend, zoet en tropisch. De zon is oranje en veel eten dat oranje is, heeft veel zon nodig om te groeien.’

– Doe dit ook voor een citroen en een banaan en leg uit dat citroenen en bananen geel zijn. Ook al verschillen de smaken, beide zijn geel en geel kan zuur en citrusachtig smaken, maar ook zoet en voedzaam zijn.
– Zeg: ‘Geel eten heeft veel zon nodig, het is licht en gelukkig.’

– Geef de persoon slabladeren (sla en spinazie) en leg uit dat die altijd groen zijn. Groen ruikt en proeft proper en krokant net als planten die uit de aarde groeien. Soms zijn ze ook wat bitter. Groen is meestal niet zoet zoals fruit; het is vaak bitter en kan anders ruiken.
– Laat de persoon verschillende kruiden ruiken, zoals munt, en zeg: ‘Zo ruikt groen – fris, proper en gezond.’
Voor geuren in de natuur die niet kunnen worden gegeten, leg je opnieuw uit dat bladeren en gras groen zijn en water blauw. De geuren aan de kust zijn blauw voor het water en bruin of wit voor het zand. Leg uit dat bloemen eender welke kleur hebben en dat dezelfde bloem vaak in verschillende kleuren bestaat, maar dat ze meestal niet groen, bruin, grijs of zwart zijn.

1.3 Denk na over hoe geluiden kleuren kunnen helpen beschrijven.

Bepaalde geluiden kunnen geassocieerd worden met bepaalde kleuren.

– Leg uit dat sirenes doen denken aan rood, want rood is een kleur die wordt gebruikt om aandacht te trekken en de meeste brandweerwagens en zwaailichten van de politie en ziekenwagens zijn rood.
– Zeg: ‘Wanneer je een sirene hoort, is dit om mensen alert te maken zodat ze onmiddellijk opletten, want er is misschien gevaar. Rood is ook zo; het heeft een dringend karakter en trekt je aandacht.

– Het geluid van lopend water, vooral het kabbelen van een beek of de brekende golven van de oceaan, doen aan blauw denken.
– Zeg: ‘Blauw is kalm en aangenaam, net als het geluid van water dat je rustig maakt.’

– Groen kan als geluid het ritselen van de bladeren hebben of het tsjilpen van de vogels. Leg uit dat niet alle vogels groen zijn, maar aangezien vogels in bomen leven, doet het geluid van vogels vaak aan groen denken.
– Zeg: ‘Als je bomen hoort ruisen en vogels zingen, zo klinkt groen.’

– Beschrijf het geluid van onweer als grijs. Als je de donder hoort rollen en de regen neerkletteren, dan is de lucht grijs en alles wordt dan ook grijzer.’
– Zeg: ‘Stormen zijn grijs. Door het geluid van de rollende donder en de regen weet je dat alles buiten grijs is. Het is donkerder en drukkend buiten omdat de zon niet schijnt.’

(Dit artikel gaat verder onder het advertentieblok)

1.4 Beschrijf de emotie die kleuren je geven.

Mensen associëren kleuren met bepaalde emotionele of psychologische toestanden en er werden reeds vele studies werden uitgevoerd over de associatie tussen kleur en gevoelens. Leg de meest voorkomende uit:

– Rood – meestal de kleur van kwaadheid, seksuele opgewondenheid, fysieke kracht of agressie
– Oranje – fysiek comfort, voldoende eten, warmte en veiligheid, soms frustratie
– Geel – vriendelijkheid, blijheid, optimisme, zelfzekerheid, soms angst
– Groen – evenwicht, verfrissing, harmonie, milieubewustzijn, vrede
– Blauw – intelligentie, koelte, rust, sereniteit, logica
– Paars – spiritueel bewustzijn, mysterie, luxe, waarheid; vaak geassocieerd met dromen
– Zwart – verfijning en glamour (positief) of zwaarte, bedreiging of onderdrukking (negatief)
– Wit – reinheid, helderheid, zuiverheid, eenvoud
– Bruin – nuchterheid, betrouwbaarheid, ondersteuning
– Grijs – neutraliteit, gebrek aan vertrouwen of energie, depressie
– Roze – koestering, warmte, vrouwelijkheid, liefde

2.0 Kleuren beschrijven aan een visueel beperkt persoon

Zeg dat, net zoals een oneindig aantal cijfers bestaat, er oneindig soorten kleuren bestaan.

Beeld je in dat het nummer één rood is en het nummer twee geel, dan kan je tussen een en twee de volgende getallen vinden: 1,2 1,21; 1,22; 1,3; 1,4; 1,45… Hetzelfde geldt voor kleuren, want er bestaat een oneindig aantal kleuren tussen elke twee kleuren, dat geeft de verschillende schakeringen.

(Dit artikel gaat verder onder het advertentieblok)

3.0 Meer te weten komen over de beperking

3.1 Kom meer te weten over de visuele beperking van de persoon.

mensen met een visuele beperking hebben nog een bepaald gezichtsvermogen, ook al gaat het slechts om de waarneming van licht. Volgens de Amerikaanse blindenvereniging is slechts 8% van de mensen met een visuele beperking volledig blind, en de meerderheid onder hen kan nog het verschil maken tussen donker en licht.

– Het vermogen om het onderscheid te maken tussen licht en donker kan je helpen om het verschil tussen zwart en wit uit te leggen door te zeggen dat zwart is als het donker en wit als het licht.

3.2 Vraag of de persoon blind was vanaf zijn/haar geboorte.

Aangezien de meeste blindheid werd veroorzaakt door een oogziekte, konden de meeste mensen met een visuele beperken zien op een bepaald moment in hun leven. Dit betekent dat je hen kunt helpen om zich bepaalde zaken te herinneren door ze te beschrijven.

3.3 Vraag of de persoon kleurenblind is.

Kleurblindheid is een visuele beperking waarbij de persoon voorwerpen kan zien, maar kleuren met elkaar verwart of ze niet ziet zoals de meeste mensen ze zien. De meeste mensen met kleurenblindheid zien rood, oranje, geel en groen als dezelfde schakering, net zoals ze geen onderscheid maken tussen blauw en paars. Als je werkt of praat met een persoon die kleurenblind is, kan je eenvoudigweg de kleuren van dagdagelijkse voorwerpen benoemen.

– Leerkrachten van studenten die kleurenblind zijn zouden altijd wit papier en wit krijt moeten gebruiken om het contrast zo groot mogelijk te maken. Het is ook handig om schrijfmateriaal en kunstartikelen (kleurpotloden, kleurstiften, gekleurd papier, enz.) te etiketteren.

Top

By continuing to use the site, you agree to the use of cookies. more information

The cookie settings on this website are set to "allow cookies" to give you the best browsing experience possible. If you continue to use this website without changing your cookie settings or you click "Accept" below then you are consenting to this.

Close